maandag 29 november 2010

Flikker op!


Ik neem jullie mee, een aantal weken terug in de tijd; “23.00 uur” knippert in oranje gloed op het dashboard van mijn auto, terwijl ik uitstap bij een tankstation ter hoogte van Venray. Ik koop een mars en sta even stil bij de vermoeiende dag. Aan mijn dagdromen wordt abrupt een einde gemaakt wanneer er een auto voorbij komt. Het lijkt even alsof de beste man- of vrouw, want het is een echt wijvenautootje- spoedig als spookrijder bekend zal staan wanneer hij richting de oprit van de snelweg rijdt. Maar dat blijkt niet het geval, met een ferme draai zwiept de auto van de super 95 naar de diesel voor vrachtwagens. Daar, net naast het tankstation- waar ik nog sta te genieten van mijn Mars- komt hij tot stilstand en ontstaat de volgende dialoog;

…; "Mag ik iets vragen"?
Ik; “dat mag”
… - “Ben jij Jeroen”?
Ik; “Nee”
…; "Ow, want ik heb een afspraak en wacht op iemand".
Ik; “Dan wacht je niet op mij”.

Hier lijkt de dialoog zijn einde bereikt te hebben door, iets wat ik mijn feilloze vermogen noem om mensen in te schatten. Niets blijkt minder waar wanneer de auto na 3 meter weer tot stilstand komt.

..; "Heb je misschien interesse om een keer met een man…..”
Ik; "Dat hoef je me niet te vragen, want daar ben ik niet van gediend"!

Zo abrupt als de dialoog begon, komt hij weer tot een eind. Bij de eerste “mag ik iets vragen” had ik al het vermoeden dat me dit keer niet werd gevraagd waar de dichts bijzijnde coffeeshop is. Nee, vanaf minuut één (b)leek dit een vies mannetje dat zijn libido niet de baas kon zijn.

Enigszins beduusd stap ik na de avances in de auto en rij- met de handrem er nog op- weg. Nog regelmatig maakt mijn vriendin misbruik van mijn beeldende fantasie door mij te herinneren aan deze avond. Ook heb ik sinds kort een nieuwe bijnaam; “Jeroen”. Dat is allemaal niet zo erg, grappig ook wel. Maar er is heel iets anders wat mij sindsdien bezig houd. Meest opvallende detail was namelijk niet zozeer het rode wijvenautootje, maar het ichthus symbool (christelijke visje) achter op zijn auto. Wat ik mij sinds die avond toch meerdere malen heb afgevraagd is; “ZIE IK ER SOMS UIT ALS EEN GODVERGETEN FLIKKER?”

dinsdag 23 november 2010

Tweestrijd (nabije toekomst)

De sleutel draai ik om en stap naar binnen, plots gaat het licht uit.
Ik wrijf nog door mijn blonde lokken, want ik zie er niet uit.
Vreemd genoeg verwacht ik jou, maar je was toch niet thuis?
Ik roep nog hallo, maar de doodse stilte verraadt iemand in huis.

Hoe zou ik het nu alleen moeten opnemen tegen een inbreker?
Ik ben ook maar een stakker, vooral niet sterk maar wel onzeker.
Ik praat wat in mezelf, de angst ben ik niet de baas.
Ik overstem de stilte, maar ach wat klinkt het dwaas;

Hallo, hallo, Ik hoor voetstappen daar boven...
Is er iemand thuis, of komt iemand mij beroven?
Hallo, hallo, ik dacht dat ik iets hoorde...
Is er iemand thuis, of komt iemand mij vermoorden?

De nacht is stil, alle straten zijn leeg, hier is al uren niemand thuis.
De buren hebben de gordijnen dicht, en er zit niemand voor de buis.
Ik kom vast ongemerkt achterom, tik gewoon een ruitje in
Spijtig maar het is immers, niet alleen het persoonlijk gewin.

Ook al is het niet de eerste keer, toch vloeit er iets door mijn bloed.
Een ril van opwinding, spanning onder een angstige gloed.
Hoor ik nu een hallo, dit huis was toch verlaten?
Misschien is het verbeelding, maar ik hoor een man praten

Hallo, hallo? Ik hoor iemand roepen daar beneden...
Iemand is in huis, dus word ik in stukken gesneden.
Hallo, hallo? Iemand heeft mij moeten horen…
Er is iemand in huis, en zal mij straks vermoorden.



zaterdag 13 november 2010

Linkse hobby


Muziek met een boodschap; grauw, romantisch of met een lach.
Beïnvloedt door Dylan of Waits. Geen Gaga of Jan Shit, ook geen Mozart of Bach.
Akoestische muziek, met grauwe, catchy sound afgewisseld met volle akkoorden.
Waar het publiek gekluisterd zit, aan al die spinnende woorden.
Muziek in een voorstelling, een show, een soort van cabaret.
Waar de blues en de folk met elkaar dansen, zelfs de bassen doen aan ballet.
Die mysterieuze muzikant, vol geloof, passie en romantiek.
Nee geen commercie, maar kunst; dát is mijn muziek!

Zwarte pieten...

Het is November, met de intocht van de Sint in zicht liggen de winkels al vol met pepernoten, marsepein en strooigoed. Nu de zwarte pieten in het politieke debat al zijn toebedeeld, schrijf ik de Sint dit verlanglijstje.

In de verkiezingscampagne twitterde Verdonk iets over “Marokanen”. De woorden Turk en Marokkaan zijn door Rita al zo vaak getypt dat de letter k, inmiddels niet meer werkt. Wat als dat straks ook geldt voor de r en Rita solliciteert bij een grote verzeeingsbank? Nee, dat moet niet kunnen. Rita Verdonk gun ik een nieuwe laptop.

De lezingen van Balkenende mogen iets kosten, dat is niet zo erg, Geert en partij kosten ons als samenleving immers ook genoeg. Geert Wilders en de PVV gun ik daarom een lezing van J.P. over normen en waarden, een meerwaarde voor het toekomstige debat en daarmee ook een investering voor de lange termijn.

Op inhoud heeft Cohen zijn tegenstanders nog niet kunnen betrappen, en voor onsmakelijk “terugpakkertje” en slechte winnaarsmentaliteit wil ik hem graag behoeden. Voor Job vraag ik daarom een setje oordopjes, of wellicht zelfs gehoorbescherming tot 90 db.

Behoeden wil ik ook de vooruitstrevende Halsema en Pechthold, voor hen vast een MP5-speler. Af en toe even geen gezeur gun ik ook onze nieuwe premier. Voor Rutte geen Mp3,4 of zelfs 5, voor hem vraag ik een ouderwetse LP speler, dat beschermt hem op gepaste tijden niet alleen tegen zijn nieuwe maatje Geert, maar levert ook voldoende gespreksstof op voor zijn kabinet (aan grijsgedraaide platen geen tekort). Voor dat zelfde kabinet vraag ik kartonnen doosjes van 10 bij 5 centimeter, de dooie mussen komen over 4 jaar per (geprivatiseerde) post retour.

Ik zou het bijna vergeten, een wens voor mijzelf. Tja, we weten inmiddels dat 20% van de PVV crimineel is, dus ik voel me niet meer veilig. Doe mij dus maar een visum voor 4 jaar Verweggistan, tenzij ze daar ook al last hebben van de "verwildersing" van de samenleving (maar dat zal wel niet).

Tevreden kijk ik naar mijn wensen voor onze politiek. Vanavond rol ik dit briefje op en plaats het in mijn schoen voor de haard. Misschien plaats ik mijn schoen wel in de haard, om de pieten te beschermen. Want het zal met dit kabinet niet lang meer duren voor ik elke ongewenste neger in huis mag molesteren. Als mijn schoenen vlam vatten is dat niet erg, mijn maatje 47 kan de deur uit; op grote voet leven is er toch niet meer bij.
Op naar de kerst…

Watjes of schatjes (trouw.nl)

Als opvoeder van beroep en moderne (eind) 20-er is het natuurlijk onmogelijk om me aan enige opdracht te houden. Die 500 woorden; “steek die maar in je hol”! Een moderne opvoedingssituatie beschrijven? Ook dat is niet aan de orde. Precies zoals het iemand van de huidige generatie etters betaamt, doe ik toch wel wat ik zelf wil!

De walgelijke term “jeugd van tegenwoordig” verraadt een enorme kortzichtigheid in de toevoeging “van tegenwoordig”. Ik walg van de krachttermen die aan de kapstok van de huidige generatie worden gehangen. Jeugdig zijn is van elke tijd, grenzen verleggen hoort daar bij, net als dat het vervagen van normen van elke tijd is. In mijn optiek doet de huidige generatie het -ondanks de veranderende maatschappij- nog niet zo slecht. We hadden de individualisering, de 100 gb/sec-communicatie en de polarisatie 40-50 jaar geleden los moeten laten op de hippies, een drama had zich voltrokken. De vraag of er mogelijk iets schort aan de jeugd raakt kant noch wal. Zou het werkelijk mogelijk zijn dat de kinderen die de afgelopen 20 jaar geboren zijn, andere aangeboren eigenschappen hebben dan die van pakweg 50 jaar geleden? Is het mogelijk dat de mens in 20 jaar tijd dermate veranderd is? Of is de opvoeding in combinatie met de veranderde maatschappij wellicht oorzaak van alle “hedendaagse ellende”.

Met die laatste twee woorden chargeer ik enorm, mede omdat ik nog niet eens zo ontevreden ben over onze jeugd. Ik ben wel kritisch naar de opvoeders en vind dat we onze opvoedingsdoelen en -middelen tegen het licht moeten houden. Passen deze nog wel bij de opvoeding anno 2010? U realiseert zich vast wel dat er in 10 jaar tijd veel veranderd is; de wereld van uw kinderen is een andere dan de wereld waarin u zelf bent opgegroeid. Nu moeten we er nog naar handelen. De grote vraag is nu wat er dan precies anders zou moeten? Helaas heb ik slechts 500 woorden en zouden er stapels boeken voor nodig zijn om daar een enigszins sluitend antwoord op te kunnen geven. Eigenlijk is het antwoord op die vraag niet eens zo heel interessant, veel interessanter is de mentaliteit van de ouder. Met een gezond stel hersens, een fikse dosis relativeringsvermogen en vertrouwen in het kroost komen we een heel eind. Bovendien blijft het feit overeind dat de ene ouder een toptalent is; achterover durft te leunen en op fingerspitzengefühl kan sturen en ingrijpen met structuur, duidelijk en regels. Voor een ander geldt dat niet. Voorwaarde blijft dat we interesse tonen in de jeugd, en in het jong zijn anno 2010. 

De opening van dit stuk bevestigt wellicht de gedachte van de norse, “zie-je-wel” achteruitkijkers onder ons. Aan hen dan ook in het bijzonder de boodschap dat jeugd van elke tijd is, een oplossing voor de "hedendaagse ellende" ligt dan ook in de opvoedingsvisie en vooral de opvoedingsmiddelen die wij opvoeders daar voor inzetten, en niet in het veranderen van het jeugdig zijn op zich.

Mijn advies: opvoeding… praat erover